Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/2402 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot instelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012
Artikel 9 Criteria voor kredietverlening
Geldend
Geldend vanaf 09-04-2021
- Bronpublicatie:
31-03-2021, PbEU 2021, L 116 (uitgifte: 06-04-2021, regelingnummer: 2021/557)
- Inwerkingtreding
09-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-03-2021, PbEU 2021, L 116 (uitgifte: 06-04-2021, regelingnummer: 2021/557)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Initiators, sponsors en oorspronkelijke kredietverstrekkers passen op te securitiseren blootstellingen dezelfde gedegen en welomschreven criteria voor kredietverlening toe als op niet-gesecuritiseerde blootstellingen. Daartoe worden dezelfde duidelijk vastgelegde processen voor de acceptatie en, naargelang het geval, aanpassing, verlenging en herfinanciering van kredieten toegepast. Initiators, sponsors en oorspronkelijke kredietverstrekkers voorzien in effectieve systemen voor de toepassing van die criteria en processen om te garanderen dat de kredietverlening stoelt op een grondige beoordeling van de kredietwaardigheid van de debiteur, waarbij terdege rekening wordt gehouden met relevante factoren om na te gaan of de debiteur aan zijn verplichtingen uit hoofde van de kredietovereenkomst kan voldoen.
In afwijking van de eerste alinea worden met betrekking tot onderliggende blootstellingen die niet-renderende blootstellingen waren op het moment dat de initiator ze van de desbetreffende derde partij kocht, bij de selectie en prijsstelling van de blootstellingen deugdelijke normen toegepast.
2.
Indien de onderliggende blootstellingen van securitisaties woonkredieten zijn die na de inwerkingtreding van Richtlijn 2014/17/EU zijn aangegaan, bevat de pool van die kredieten geen kredieten die op de markt zijn gebracht en overgenomen op basis van de veronderstelling dat de kredietaanvrager of, in voorkomend geval, intermediairs ervan in kennis zijn gesteld dat de door de kredietaanvrager verstrekte informatie misschien niet zou worden gecontroleerd door de kredietverlener.
3.
Indien een initiator blootstellingen van een derde voor eigen rekening koopt en vervolgens securitiseert, gaat hij na of de entiteit die direct of indirect betrokken was bij de oorspronkelijke overeenkomst waarmee de te securitiseren verplichtingen of potentiële verplichtingen zijn ontstaan, aan de vereisten als bedoeld in lid 1 voldoet.
4.
Lid 3 is niet van toepassing indien:
- a)
de originele overeenkomst, waarmee de verplichtingen of potentiële verplichtingen in hoofde van de debiteur of potentiële debiteur zijn ontstaan, werd aangegaan vóór de inwerkingtreding van Richtlijn 2014/17/EU, en
- b)
de initiator die de blootstellingen van een derde voor eigen rekening koopt en deze vervolgens securitiseert, voldoet aan de verplichtingen waaraan oorspronkelijke kredietverstrekkers uit hoofde van artikel 21, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 625/2014 vóór 1 januari 2019 moesten voldoen.