Einde inhoudsopgave
Bruidsschat waterschapsverordening
Artikel 3.2 Aanvraagvereisten omgevingsvergunning wateronttrekkingsactiviteiten
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning het onttrekken van grondwater door een daarvoor bedoelde voorziening of het in de bodem brengen van water, voor aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater door een daarvoor bedoelde voorziening, die op grond van deze waterschapsverordening is vereist, worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
- a.
het doel waarvoor het te onttrekken grondwater wordt gebruikt;
- b.
het aantal in te richten putten;
- c.
de coördinaten volgens het stelsel van de Rijksdriehoekmeting van iedere put;
- d.
de diepte in meters van de onderkant en de bovenkant van de filters van iedere put ten opzichte van het maaiveld en het Normaal Amsterdams Peil;
- e.
de lengte in meters van het effectieve filter in iedere put;
- f.
de capaciteit van de pomp in kubieke meters water per uur per put;
- g.
de hoeveelheid water in kubieke meters water per uur, etmaal, maand en jaar, die ten hoogste wordt onttrokken;
- h.
de verwachte datum en het verwachte tijdstip van het begin van de activiteit en de verwachte duur ervan;
- i.
een beschrijving van de mogelijke negatieve gevolgen van de onttrekking en de maatregelen of voorzieningen die worden getroffen om die gevolgen te voorkomen of te beperken; en
- j.
als het gaat om het in samenhang met het onttrekken van grondwater in de bodem brengen van water ter aanvulling van het grondwater:
- 1°
de hoeveelheid water in kubieke meters water per uur, etmaal, maand en jaar die ten hoogste in de bodem wordt gebracht;
- 2°
de diepte in meters waarop het water in de bodem wordt gebracht;
- 3°
een beschrijving van de samenhang van het brengen van water in de bodem met de onttrekking;
- 4°
de herkomst en samenstelling van het water dat in de bodem wordt gebracht; en
- 5°
een beschrijving van de mogelijke negatieve gevolgen van het brengen van water in de bodem en de maatregelen of voorzieningen die worden getroffen om die gevolgen te voorkomen of te beperken.