Einde inhoudsopgave
Richtlijn 93/83/EEG coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel
Artikel 3 Toestemming voor uitzending
Geldend
Geldend vanaf 04-10-1993
- Bronpublicatie:
27-09-1993, PbEG 1993, L 248 (uitgifte: 06-10-1993, regelingnummer: 93/83/EEG)
- Inwerkingtreding
04-10-1993
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-1993, PbEG 1993, L 248 (uitgifte: 06-10-1993, regelingnummer: 93/83/EEG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
1.
De Lid-Staten dragen er zorg voor dat de in artikel 2 genoemde toestemming uitsluitend bij overeenkomst kan worden verkregen.
2.
De Lid-Staten mogen bepalen dat een collectieve overeenkomst tussen een maatschappij voor collectieve belangenbehartiging en een omroeporganisatie die voor een bepaalde categorie werken is gesloten, kan worden uitgebreid tot de rechthebbenden van die categorie die niet door die maatschappij worden vertegenwoordigd, op voorwaarde dat:
- —
de mededeling aan het publiek per satelliet een gelijktijdige uitzending is van een gronduitzending door dezelfde omroeporganisatie, en
- —
een niet vertegenwoordigde rechthebbende te allen tijde de uitbreiding van de collectieve overeenkomst tot zijn werken kan uitsluiten en zijn rechten individueel of collectief kan uitoefenen.
3.
Lid 2 is niet van toepassing op cinematografische werken, met inbegrip van werken die volgens een soortgelijk procédé als voor cinematografische werken tot stand zijn gebracht.
4.
Indien een collectieve overeenkomst volgens de wettelijke regeling van een Lid-Staat overeenkomstig lid 2 kan worden uitgebreid, deelt deze Lid-Staat de Commissie mee welke omroeporganisaties gebruik mogen maken van deze wettelijke regeling. De Commissie maakt de lijst van deze omroeporganisaties bekend in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen (C-uitgave).