Artikel 17

Indien de Inspecteur voornemens is om een werkgever of werknemer een bestuurlijke boete op te leggen, wordt deze hiervan schriftelijk in kennis gesteld onder vermelding van de gronden waarop het voornemen berust. De kennisgeving is in het Nederlands gesteld en wordt aan hem in persoon betekend of bij aangetekend stuk aan hem toegezonden.

In een kennisgeving als bedoeld in het eerste lid, wordt vermeld dat de te beboeten werkgever of werknemer in de gelegenheid wordt gesteld om binnen een door de Inspecteur te bepalen termijn van ten minste twee weken zijn zienswijze, naar keuze schriftelijk of mondeling, naar voren te brengen.

Op schriftelijk verzoek van de betrokkene die de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, wegens zijn gebrekkige kennis van de Nederlandse taal onvoldoende begrijpt, draagt de Inspecteur zoveel mogelijk zorg voor dat de in die kennisgeving vermelde gronden mondeling of schriftelijk aan de betrokkene worden medegedeeld in een voor hem begrijpelijke taal.

Indien de betrokkene zijn zienswijze als bedoeld in het tweede lid mondeling naar voren brengt, draagt de Inspecteur op verzoek van de betrokkene die de Nederlandse taal onvoldoende begrijpt zorg voor dat een tolk wordt benoemd die de betrokkene kan bijstaan, tenzij redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte bestaat.