JWB 2002/249
Aansprakelijkheid, moedermaatschappij, dochtermaatschappij, pandrecht
HR 28-06-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE4663 (Akzo Nobel/ING Bank)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 juni 2002
- Zaaknummer
OK95
- LJN
AE4663
- Roepnaam
Akzo Nobel/ING Bank
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE4663, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑06‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE4663, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑06‑2002
- Wetingang
Art. 2:403 BW; art. 3:7 BW; art. 3:82 BW
Essentie
Aansprakelijkheid, moedermaatschappij, dochtermaatschappij, pandrecht
Samenvatting
Casus
De verzoekster tot cassatie is een moedermaatschappij van een vennootschap waarvoor zij een verklaring als bedoeld in art. 2:403 lid 1, onder f, BW bij de KvK heeft gedeponeerd. Deze vennootschap is een samenwerkingsovereenkomst met een derde aangegaan. Deze samenwerking diende tot het oprichten van een gezamenlijke vennootschap onder firma te leiden die een warmtekrachtcentrale zou exploiteren. De dochtermaatschappij van de verzoekster is met deze vennootschap een overeenkomst tot levering van elektriciteit en stoom aangegaan. Ter financiering van de bouw van de centrale heeft de vennootschap onder firma een geldleenovereenkomst met de verweerster ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.