FED 2014/37
Redeemable preference shares vormen kapitaal voor de toepassing van art. 13 Wet VPB 1969. Geen fraus legis
HR 07-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:224, m.nt. O.C.R. Marres (Redeemable Preferred Shares-arrest)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 februari 2014
- Magistraten
Overgaauw, Lourens, Bavinck, Schaap, Van Loon
- Zaaknummer
12/03540
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
O.C.R. Marres
- LJN
BZ0216
- Roepnaam
Redeemable Preferred Shares-arrest
- JCDI
JCDI:ADS273683:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:224, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:BZ0216, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑01‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑08‑2012
- Wetingang
Art. 13 Wet VPB 1969
Essentie
Redeemable preference shares vormen kapitaal voor de toepassing van art. 13 Wet VPB 1969. Geen fraus legis
Samenvatting
In geschil is of de vergoeding die ter zake van redeemable preference shares (RPS) in een Australische dochtermaatschappij is ontvangen, onder de deelnemingsvrijstelling valt.
De Hoge Raad overweegt dat in een geval waarin de geldverstrekking naar civielrechtelijke maatstaven beoordeeld – al dan niet in overeenstemming met de vorm die door de partijen daaraan gegeven is – geldt als een verstrekking van aandelenkapitaal, ook voor de toepassing van art. 13 van de wet daarvan moet worden uitgegaan.
’s Hofs oordeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.