Regeling gegevens aanvraag bemanningscertificaat zeevisvaart
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 29-03-2002
- Redactionele toelichting
Deze regeling treedt tegelijk in werking met Hoofdstuk 3 van het Besluit zeevisvaartbemanning (27-08-2001, Stb. 2002, 26).
- Bronpublicatie:
01-03-2002, Stcrt. 2002, 45 (uitgifte: 05-03-2002, regelingnummer: HDJZ/SCH/2002-379)
- Inwerkingtreding
29-03-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-2002, Stb. 2002, 149 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
voortstuwingsvermogen: het maximale vermogen, uitgedrukt in kiloWatt (kW), dat door de voortstuwingsmachines zonder overbelasting gedurende onbeperkte tijdsduur kan worden geleverd;
- b.
scheepslengte: tenzij anders bepaald, 96 procent van de totale lengte op een waterlijn op 85 procent van de kleinste holte gemeten vanaf de kiellijn, of de lengte van de voorzijde van de voorsteven tot de hartlijn van de roerkoning op die waterlijn, indien deze lengte groter is. Bij vissersvaartuigen die met stuurlast ontworpen zijn, moet de waterlijn waarop deze lengte gemeten wordt, evenwijdig aan de ontwerplastlijn worden genomen;
- c.
vaargebied: onbeperkt vaargebied of, indien het gebied geografisch beperkt is, het vaargebied, genoemd in artikel 1, onderdeel c, d of e, van het Besluit zeevisvaartbemanning.