NJ 2010, 34
‘Onttrekken’ aan beslag als bedoeld in art. 198.1 Sr heeft voldoende feitelijke betekenis
HR 22-12-2009, ECLI:NL:HR:2009:BK2866
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 december 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
01565/07
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BK2866
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BK2866, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑12‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BK2866, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑11‑2009
- Wetingang
Srart 198 lid 1; Svart. 261 lid 1 en 2
Essentie
De in de tenlastelegging gebezigde, aan art. 198 lid 1 Sr ontleende term ‘onttrekken’ (van enig goed aan beslag) heeft voldoende feitelijke betekenis.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 23 februari 2007, nummer 21/005479-05, in de strafzaak tegen: P.K. Adv. mr. R. Gijsen, te Maastricht.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
(zie 2.1; red.)
Conclusie
Conclusie mr. A-G Machielse:
1.
Het Gerechtshof Arnhem heeft verdachte op 23 februari 2007 voor 'Opzettelijk enig goed aan het krachtens de Wet daarop gelegd beslag onttrekken, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.