Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 2531/98 met betrekking tot de toepassing van reserveverplichtingen door de Europese Centrale Bank
Artikel 3 Grondslag voor de minimumreserves
Geldend
Geldend vanaf 27-11-1998
- Bronpublicatie:
23-11-1998, PbEG 1998, L 318 (uitgifte: 27-11-1998, regelingnummer: 2531/98)
- Inwerkingtreding
27-11-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-11-1998, PbEG 1998, L 318 (uitgifte: 27-11-1998, regelingnummer: 2531/98)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Financieel recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onverminderd het bepaalde in de leden 2 en 3 omvat de grondslag voor de minimumreserves die de ECB de krachtens artikel 19.1 van de statuten aan instellingen kan opleggen:
- i)
verplichtingen van de instellingen voortvloeiende uit de inontvangstneming van middelen, samen met
- ii)
passiva die voortvloeien uit posten buiten de balanstelling, maar met uitsluiting van
- iii)
het geheel of een deel van de verplichtingen aan enig andere instelling overeenkomstig door de ECB te bepalen uitvoeringsvoorschriften, en
- iv)
verplichtingen aan de ECB of een nationale centrale bank.
2.
Wat betreft verplichtingen in de vorm van verhandelbare schuldinstrumenten mag de ECB, als alternatief voor het bepaalde in lid 1, onder iii), voorschrijven dat verplichtingen die door een instelling zijn verschuldigd aan een andere instelling geheel of gedeeltelijk in mindering kunnen worden gebracht op de grondslag voor de minimumreserves van de instelling waaraan deze verschuldigd zijn.
3.
De ECB kan op niet-discriminatoire grondslag toestaan dat bepaalde soorten activa in mindering gebracht worden op categorieën passiva die deel uitmaken van de grondslag voor de minimumreserves.