RN 2024/2
Aandelentransactie. Dwaling. Op welke wijze dient het geleden dwalingsnadeel door koper van aandelen te worden begroot?
HR 13-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1429
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma, G.C. Makkink
- Zaaknummer
22/00435
- Conclusie
A-G G. Snijders
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS940099:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1429, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑10‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:229, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑02‑2023
ECLI:NL:HR:2023:66, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑01‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1068, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑11‑2022
- Wetingang
Art. 6:228, 6:230 lid 2 BW
Essentie
Aandelentransactie. Dwaling.
Op welke wijze dient het geleden dwalingsnadeel door koper van aandelen te worden begroot?
Samenvatting
Deze zaak gaat over dwaling van de koper bij de overname van aandelen in een BV. In cassatie gaat het om de wijze waarop het hof de door koper als gevolg van de dwaling geleden nadeel heeft begroot.
X B.V. heeft van Y B.V. alle aandelen in een tweetal vennootschappen gekocht tegen een koopprijs ter hoogte van het na de overdracht van de aandelen nog vast te stellen bedrijfsresultaat boekjaar 2008 voor rente en vennootschapsbelasting (EBIT) vermenigvuldigd met factor 5,47. Enkele ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.