Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/132/EG houdende bepaling van de werkingssfeer van artikel 143, onder b) en c), van Richtlijn 2006/112/EG met betrekking tot de vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde voor de definitieve invoer van bepaalde goederen
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 30-11-2009
- Bronpublicatie:
19-10-2009, PbEU 2009, L 292 (uitgifte: 10-11-2009, regelingnummer: 2009/132/EG)
- Inwerkingtreding
30-11-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-10-2009, PbEU 2009, L 292 (uitgifte: 10-11-2009, regelingnummer: 2009/132/EG)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Omzetbelasting / In- en uitvoer
Europees belastingrecht (V)
1.
Vrijstelling wordt verleend voor uitzetten, gebruikte roerende goederen die de normale meubilering van een studentenkamer vormen en de studiebenodigdheden van scholieren en studenten die met het oog op hun studie in de Gemeenschap komen wonen, welke bestemd zijn voor hun persoonlijk gebruik gedurende hun studietijd.
2.
In de zin van dit artikel wordt verstaan onder:
- a)
‘scholier of student’: elke persoon die op regelmatige wijze is ingeschreven bij een onderwijsinstelling om er het volledige leerplan te volgen;
- b)
‘uitzet’: het linnengoed, alsmede de kleding, zelfs indien nieuw;
- c)
‘studiebenodigdheden’: voorwerpen en instrumenten (met inbegrip van reken- en schrijfmachines) die normaliter door een scholier of student worden gebruikt bij de studie.