Einde inhoudsopgave
Regeling indienststelling spoorvoertuigen 2020
Artikel 3 Besturing en seingeving
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2024
- Bronpublicatie:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20128 (uitgifte: 27-06-2024, regelingnummer: IENW/BSK-2024/179356)
- Inwerkingtreding
01-08-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20128 (uitgifte: 27-06-2024, regelingnummer: IENW/BSK-2024/179356)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Railvervoer
1.
De boorduitrusting voor besturing en seingeving die in een locomotief, treinstel, stuurrijtuig of bijzonder voertuig is aangebracht voldoet:
- a.
voor zover het ETCS betreft, aan de eisen, genoemd in bijlage 3, hoofdstuk 2;
- b.
voor zover het ATBEG betreft, aan de eisen, genoemd in bijlage 2;
- c.
voor zover het de STM waarin de functies van ATBEG zijn gerealiseerd betreft, aan de eisen, genoemd in bijlage 2 en aan de eisen die zijn genoemd in bijlage 3, hoofdstuk 1;
- d.
voor zover het ATBNG betreft, aan de eisen, genoemd in bijlage 2, hoofdstuk 3;
- e.
voor zover het de STM waarin de functies van ATBNG zijn gerealiseerd betreft, aan de eisen genoemd in bijlage 2, hoofdstuk 3.
2.
De boorduitrusting, bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c, voorziet in registratieapparatuur die in ieder geval de volgende gegevens registreert:
- a.
ATB-cabineseinen, bij bijzondere voertuigen voor zover deze beschikbaar of aanwezig zijn;
- b.
de gegevens, genoemd in bijlage 4.