Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 4:104 [Premie-incasso]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
03-07-2019, Stb. 2019, 265 (uitgifte: 18-07-2019, kamerstukken: 35117)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-09-2019, Stb. 2019, 342 (uitgifte: 21-10-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Tenzij anders wordt overeengekomen of de bemiddelaar zich bij de verzekering tegenover de verzekeraar tot betaling van premie en kosten als eigen schuld heeft verbonden, verzorgt bij schadeverzekeringen de bemiddelaar voor de verzekeraar het incasso van de premies. Ter zake van dit premie-incasso is hij jegens de verzekeraar te allen tijde rekening en verantwoording schuldig.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing op betalingsbeschermers of individuele arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Onder betalingsbeschermer wordt verstaan: een verzekering ter dekking van het risico dat de verzekeringnemer betalingsverplichtingen uit hoofde van een overeenkomst inzake krediet niet kan nakomen.
3.
Tenzij tussen een verzekeraar en een bemiddelaar anders is overeengekomen kan de verzekeraar bepalen dat de bemiddelaar niet langer gerechtigd is tot premie-incasso, indien:
- a.
de bemiddelaar niet meer is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 1:107;
- b.
de bemiddelaar het premie-incasso in ernstige mate verwaarloost;
- c.
de bemiddelaar in gebreke blijft namens de verzekeraar door hem geïnde premies tijdig aan deze af te dragen; of
- d.
de bemiddelaar zich schuldig heeft gemaakt aan handelingen, die de vrees wettigen dat hij niet zal voldoen aan zijn uit het premie-incasso voortvloeiende verplichtingen.
4.
In de gevallen waarin op grond van het derde lid het premie-incasso door een bemiddelaar eindigt, wordt dit door de verzekeraar overgenomen.