Einde inhoudsopgave
Reglement justitiële jeugdinrichtingen
Artikel 72
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2005
- Bronpublicatie:
16-12-2004, Stb. 2004, 703 (uitgifte: 28-12-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2004, Stb. 2004, 703 (uitgifte: 28-12-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Justitiële jeugdinrichtingen
1.
Een aanvraag tot aanwijzing als particuliere inrichting kan slechts worden gedaan door een rechtspersoon die een voorziening van jeugdhulpverlening als bedoeld in artikel 3b, eerste lid, van de wet beheert.
2.
De aanvraag wordt bij Onze Minister ingediend en gaat vergezeld van de volgende bescheiden:
- a.
de statuten of reglementen van de rechtspersoon die de residentiële voorziening van jeugdhulpverlening beheert;
- b.
een schriftelijke verklaring, inhoudende dat een voorgenomen wijziging met betrekking tot een der onderwerpen, genoemd onder a en in het derde lid, ten minste een maand voordat de desbetreffende wijziging wordt doorgevoerd ter kennis van Onze Minister wordt gebracht;
- c.
een schriftelijke verklaring, inhoudende bereidverklaring de door de selectiefunctionaris geplaatste jeugdigen op te nemen.
3.
De rechtspersoon die de residentiële voorziening van jeugdhulpverlening beheert legt tevens over:
- a.
de door Onze Minister verlangde gegevens over de bouwkundige voorzieningen die van belang zijn voor de beoordeling van de veiligheid binnen de voorziening en de maatschappelijke veiligheid daarbuiten;
- b.
de door Onze Minister verlangde gegevens over de personele en materiële toerusting die van belang zijn voor de beoordeling van de geschiktheid van de voorziening als particuliere inrichting.
4.
Onze Minister beslist binnen zes maanden na ontvangst van een aanvraag als bedoeld in het eerste lid.