Rb. Amsterdam, 12-02-2020, nr. RK 19/5530
ECLI:NL:RBAMS:2020:1501
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
12-02-2020
- Zaaknummer
RK 19/5530
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2020:1501, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 12‑02‑2020; (Eerste aanleg - enkelvoudig, Rekestprocedure)
Uitspraak 12‑02‑2020
Inhoudsindicatie
klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ongegrond, geen rechthebbende auto
Partij(en)
beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
RK: 19/5530
Beschikking op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
[klager] ,
woonplaats kiezend op het adres [adres]
,
klager, niet zijnde de beslagene.
1. Procesgang
Het klaagschrift is op 30 september 2019 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft schriftelijk zijn standpunt kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op 12 februari 2020 de officier van justitie, mr. P van Laere, in openbare raadkamer gehoord.
Klager en beslagene [beslagene] zijn, hoewel geldig opgeroepen, niet in raadkamer verschenen.
De leasemaatschappij [naam leasemaatschappij] B.V. is niet tijdig opgeroepen.
2. Inhoud van het klaagschrift
Het klaagschrift strekt tot teruggave van de in beslag genomen personenauto merk Tesla X, met kenteken [kenteken] (goednummer: 5710834).
Het klaagschrift is ingediend door [naam persoon] namens [beslagene] . [beslagene] is de beslagene en enig bestuurder/aandeelhouder van [klager] (zijnde een colportage onderneming). De auto is eigendom van de onderneming. [beslagene] is zich ervan bewust dat hij niet in de auto mocht rijden en dat hij hiermee de onderneming schade toebrengt. De onderneming is zeer afhankelijk van de auto, welke wordt gebruikt door het management en de verkoopteams om afspraken te bezoeken en omzet te genereren. Het is moeilijk om een tijdelijke oplossing te vinden vanwege de hoge kosten.
3. Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft – onder verwijzing naar het schriftelijk standpunt van het Openbaar Ministerie – verklaard zich te verzetten tegen teruggave van de in beslag genomen auto aan klager. Het voertuig betreft een leasevoertuig. Op 29 oktober 2019 heeft de politierechter uitspraak gedaan in de zaak tegen [beslagene] en is beslist dat de auto teruggeven wordt aan de rechtmatige eigenaar de leasemaatschappij [naam leasemaatschappij] B.V.. Dit vonnis is op 12 november 2019 onherroepelijk geworden. Klager dient daarom niet-ontvankelijk verklaard te worden.
4. De beoordeling
Uit de stukken en het verhandelde in raadkamer is het volgende gebleken.
Op 18 september 2019 is op de voet van artikel 94 Sv voornoemde auto bij [beslagene] in beslag genomen.
De heer [beslagene] werd – kort gezegd – verdacht van het rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs op 18 september 2019 (artikel 9, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994). Dit is de derde overtreding binnen twee jaar. [beslagene] heeft de feiten erkend.
Bij vonnis van 29 oktober 2019 van de politierechter Amsterdam is [beslagene] veroordeeld en is beslist dat de auto teruggeven moet worden aan de leasemaatschappij. De rechtbank is van oordeel dat niet klager, maar de leasemaatschappij [naam leasemaatschappij] B.V. redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van de auto moet worden beschouwd. Het beklag zal dan ook ongegrond worden verklaard.
5. De beslissing
De rechtbank komt tot de volgende beslissing.
De rechtbank verklaart het beklag ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door
mr. M.E. Leijten, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. C.T. St Rose, griffier
en in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2020.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor klager beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen bij de griffie van deze rechtbank,
binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beschikking.