NJ 1963/529
Hoe in een onteigeningsprocedure te beoordelen, of bij begroting van inkomstenschade moet worden rekening gehouden met liquidatie dan wel met voorziening elders van het op het onteigende goed uitgeoefende bedrijf ? Aftrek van rente over vrijkomend kapitaal, voor zover niet in bedrijf belegd. Kosten van het geding in cassatie.
HR 30-10-1963, ECLI:NL:HR:1963:105
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 oktober 1963
- Magistraten
Mrs. van Rijn van Alkemade, van der Loos, Dubbink, Tekenbroek en Korthals Altes
- Zaaknummer
[301963/NJ_1963-529]
- Conclusie
Mr. Bakhoven
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS139886:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1963:105, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑10‑1963
- Wetingang
Essentie
Hoe in een onteigeningsprocedure te beoordelen, of bij begroting van inkomstenschade moet worden rekening gehouden met liquidatie dan wel met voorziening elders van het op het onteigende goed uitgeoefende bedrijf ? Aftrek van rente over vrijkomend kapitaal, voor zover niet in bedrijf belegd. Kosten van het geding in cassatie.
Samenvatting
Voor beoordeling, of bij de begroting van de terzake van onteigening voor vergoeding in aanmerking komende inkomstenschade moet worden rekening gehouden met liquidatie van het op het onteigende goed uitgeoefende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.