BA 2015/208
Reikwijdte van relativiteitsvereiste, concurrerende belangen
ABRvS 29-07-2015, ECLI:NL:RVS:2015:2361
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
29 juli 2015
- Zaaknummer
201500220/1/A1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2015:2361, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 29‑07‑2015
- Wetingang
Art. 1:2, 8:69 en 8:69a Algemene wet bestuursrecht (Awb); Wet aanpassing bestuursprocesrecht (Wab); art. 1.1 lid 1, afd. 2 van hoofdstuk 1, en bijlagen I en II Crisis- en herstelwet (Chw); art. 2.1 lid 1 en 2.12 lid 1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo); art. 1.1.1 en 3.1.6 Besluit ruimtelijke ordening (Bro); art. 5.20 Besluit omgevingsrecht (Bor); art. 1 Dienstenwet; art. 25i lid 1 Medediningswet (Mw)
Essentie
Reikwijdte van relativiteitsvereiste, concurrerende belangen
Samenvatting
Blijkens de [wets]geschiedenis van de Wet aanpassing bestuursprocesrecht heeft de wetgever met art. 8:69a Awb de eis willen stellen dat een verband moet bestaan tussen een beroepsgrond en het belang waarin de appellant door het bestreden besluit dreigt te worden geschaad. Bij de beantwoording van de vraag of het relativiteitsvereiste in de weg staat aan vernietiging van het bestreden besluit moet onderscheid worden gemaakt tussen de belangen die [een] bepaling beoogt te beschermen enerzijds en de belangen van de rechtzoekende die de rechtsregel inroept anderzijds. Een bestemmingsplan dient niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.