Hof Amsterdam, 12-12-2018, nr. 200.101.814/04 OK
ECLI:NL:GHAMS:2018:4681
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
12-12-2018
- Zaaknummer
200.101.814/04 OK
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2018:4681, Uitspraak, Hof Amsterdam, 12‑12‑2018; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Vindplaatsen
Uitspraak 12‑12‑2018
Inhoudsindicatie
OK; enquête; beschikking van de voorzitter; machtiging mededelingen te doen uit het onderzoeksverslag; art. 2:353 lid 3 BW
Partij(en)
beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.101.814/04 OK
beschikking van de voorzitter van de Ondernemingskamer van 12 december 2018
inzake:
de besloten rechtspersoon met beperkte aansprakelijkheid
BEAN HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKSTER,
advocaat: mr. E. van der Kolk, kantoorhoudende te Tilburg,
t e g e n
de besloten rechtspersoon met beperkte aansprakelijkheid
VOC DETACHERING B.V.,
gevestigd te ‘s-Gravenhage,
VERWEERSTER,
vertegenwoordigd door mr. J.F.H.M. Bartels in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van VOC Detachering B.V.,
e n t e g e n
1. [A] ,
wonende te [....] ,
advocaat: mr. J. Anema, kantoorhoudende te Amersfoort,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VULPES INVESTMENTS HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
advocaat: mr. D.J.F.F.M. Duynstee, kantoorhoudende te Amsterdam,
BELANGHEBBENDEN.
1. Het verloop van het geding
1.1
Verzoekster wordt hierna Bean Holding genoemd, verweerster VOC en de belanghebbenden [A] en Vulpes.
1.2
Bean Holding heeft bij op 12 november 2018 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift de voorzitter van Ondernemingskamer verzocht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, Bean Holding te machtigen om mededelingen te doen uit het verslag van het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van VOC.
1.3
Bij brief van 19 november 2018 heeft de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het verzoek van Bean Holding.
1.4
Bij e-mailbericht van 20 november 2018 heeft mr. J.F.H.M. Bartels, curator in het faillissement van VOC, bericht dat hij zich refereert aan het oordeel van de voorzitter van de Ondernemingskamer.
1.5
[A] heeft bij op 30 november 2018 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek van Bean Holding.
1.6
Bij e-mailbericht van 3 december 2018 heeft mr. D.J.F.F.M. Duynstee namens Vulpes bericht dat Vulpes zich refereert aan het oordeel van de voorzitter van de Ondernemingskamer.
2. De gronden van de beslissing
2.1
Bij beschikking van 19 april 2012 (met zaaknummer 200.101.814/01) heeft de Ondernemingskamer een onderzoek gelast naar het beleid en de gang van zaken van VOC over de periode vanaf 1 januari 2007.
2.2
Op 20 februari 2013 is VOC failliet verklaard.
2.3
Bij beschikking van 30 september 2014 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het gedeponeerde onderzoeksverslag met bijlagen ter inzage ligt voor belanghebbenden.
2.4
Bean Holding hield 5% van de aandelen in VOC en had aan VOC een geldlening verstrekt van in hoofdsom € 495.000.
2.5
Bean Holding heeft bij dagvaarding van 29 oktober 2018 [A] gedagvaard voor de rechtbank Zeeland-West Brabant, locatie Middelburg en gevorderd dat [A] zal worden veroordeeld tot betaling van ruim € 500.000, te vermeerderen met rente en kosten. Aan die vordering heeft Bean Holding kort gezegd ten grondslag gelegd dat [A] als (indirect) bestuurder van VOC jegens Bean Holding onrechtmatig heeft gehandeld.
2.6
Bean Holding heeft aan haar machtigingsverzoek ten grondslag gelegd dat zij er belang bij heeft het onderzoeksverslag als bewijsmiddel te kunnen gebruiken in die hierboven genoemde procedure tegen [A] en dat dit belang zwaarder weegt dan het belang van VOC bij geheimhouding van het onderzoeksverslag.
2.7
[A] heeft aangevoerd dat het handelen van het bestuur van VOC reeds is beoordeeld door de curator in het faillissement van VOC, waarbij de curator de bevindingen uit het onderzoek heeft betrokken, en dat de curator heeft geconcludeerd dat de bestuurders niet paulianeus hebben gehandeld. Volgens [A] heeft Bean Holding daarom geen, althans onvoldoende belang bij haar verzoek.
2.8
De voorzitter van de Ondernemingskamer oordeelt dat Bean Holding een voldoende zwaarwegend belang bij haar verzoek heeft. De mogelijkheid om diegenen die verantwoordelijk zijn voor het beleid en gang van zaken van de rechtspersoon in de onderzoeksperiode in rechte aan te spreken tot vergoeding van schade ligt in het verlengde van een van de doeleinden van het enquêterecht: het verkrijgen van opening van zaken en de vaststelling bij wie de verantwoordelijkheid berust voor mogelijk blijkend wanbeleid. Uit de door Bean Holding overgelegde dagvaarding blijkt dat zij haar vordering tegen [A] in belangrijke mate baseert op de inhoud van het onderzoeksverslag.
2.9
Anders dan [A] heeft aangevoerd doet aan het belang van Bean Holding niet af dat de curator in het faillissement van VOC het handelen van de bestuurders heeft beoordeeld en in het faillissementsverslag van 4 mei 2018 heeft vermeld dat geen paulianeuze transacties zijn aangetroffen, reeds omdat bevindingen en afwegingen van de curator Bean Holding niet binden. Uit de overgelegde faillissementsverslagen blijkt overigens dat de curator in het onderzoeksverslag aanleiding heeft gezien de bestuurders van VOC aansprakelijk te stellen (faillissementsverslag van 25 juni 2015) en dat de curator nadien met [A] een schikking heeft getroffen (faillissementsverslag van 13 januari 2017).
2.10
Het in art. 2:353 lid 3 BW neergelegde uitgangspunt van vertrouwelijkheid van het onderzoeksverslag dient ter bescherming van de belangen van de rechtspersoon. De curator van VOC heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de voorzitter van de Ondernemingskamer en [A] heeft niet aannemelijk gemaakt dat enig belang van VOC zich verzet tegen het verlenen van de gevraagde machtiging. Gelet op het feit dat VOC bij vonnis van 20 februari 2013 failliet is verklaard en de curator in het faillissementsverslag van 4 mei 2018 heeft vermeld dat aan de rechter-commissaris zal worden verzocht het faillissement vereenvoudigd te mogen afwikkelen, is ook niet in te zien welk belang van VOC zich tegen het verlenen van de machtiging zou verzetten.
2.11
De verzochte machtiging zal worden verleend op de hierna te vermelden wijze.
3. De beslissing
De voorzitter van de Ondernemingskamer:
machtigt Bean Holding om uit het verslag met de bijlagen van het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van VOC Detachering B.V. mededeling te doen door het onderzoeksverslag over te leggen in de door Bean Holding tegen Van der Straatten aanhangig gemaakte procedure bij de rechtbank Zeeland-West Brabant, locatie Middelburg;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, in tegenwoordigheid vanmr. C.J.E. Brouwer, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 december 2018.