Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2022
- Bronpublicatie:
18-03-2022, Stcrt. 2022, 5649 (uitgifte: 29-03-2022, regelingnummer: 3762874)
- Inwerkingtreding
01-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-03-2022, Stcrt. 2022, 5649 (uitgifte: 29-03-2022, regelingnummer: 3762874)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
Het is van belang tijdig na te gaan welke elementen van een regeling aanleiding kunnen geven tot een of meer overgangsbepalingen. Zie voor uitgangspunten voor overgangsrecht en de daarbij te maken keuzes bijvoorbeeld het voor wijzigingen in de socialezekerheidswetgeving opgestelde Toetsingskader Overgangsrecht (Kamerstukken I 1999/2000, 25900, EK 87, nr. 87b, p. 5–7). Verder is het van belang de grenzen in het oog te houden die artikel 1 (het eigendomsbegrip) van het Eerste Protocol bij het EVRM en artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie in het licht van de gevormde jurisprudentie stellen aan het overgangsrecht en meer in het bijzonder overgangsrecht bij wijziging van aanspraken in de socialezekerheidswetgeving en de pensioenwetgeving. Zie onder meer de voorlichting van de Afdeling advisering van de Raad van State met een summier beslismodel bij artikel 1Eerste Protocol EVRM (Kamerstukken II 2012/13, 33400 XV, nr. 7).
Als een wet wordt gevolgd door een invoeringswet, kan worden overwogen het overgangsrecht op te nemen in die invoeringswet. Indien mogelijk verdient het aanbeveling om in de memorie van toelichting bij de eerste wet in te gaan op het voorgenomen overgangsrecht.