NJ 2002, 41
Antilliaanse zaak. Vereffende stichting, die partij was in eerste aanleg en daar niet-ontvankelijk in haar vordering is verklaard, ontvankelijk in haar hoger beroep.
Gem. Hof NA en Aruba 30-10-2001, ECLI:NL:OGHNAA:2001:AD8655
- Instantie
Gemeenschappelijk Hof van de Nederlandse Antillen en Aruba
- Datum
30 oktober 2001
- Magistraten
Mezas, De Boer, Van Gijn
- Zaaknummer
H-222/01
- LJN
AD8655
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Burgerlijk procesrecht (V)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:OGHNAA:2001:AD8655, Uitspraak, Gemeenschappelijk Hof van de Nederlandse Antillen en Aruba, 30‑10‑2001
- Wetingang
BW art. 2:23c
Essentie
Antilliaanse zaak. Vereffende stichting, die partij was in eerste aanleg en daar niet-ontvankelijk in haar vordering is verklaard, is ontvankelijk in haar hoger beroep.
Samenvatting
Het Gerecht in eerste aanleg heeft aangenomen dat met het einde van de vereffening ook de rechtspersoon heeft opgehouden te bestaan, en de stichting daarom niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering.
Het Hof acht de stichting ontvankelijk in haar hoger beroep. Zij was ook partij in eerste aanleg en de vraag of zij in juridisch opzicht bestond moet in hoger beroep opnieuw getoetst kunnen worden. Voorts staat de heropening van de vereffening, weliswaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.