Einde inhoudsopgave
Mijnbouwregeling
Artikel 8.2.1.1
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2019
- Bronpublicatie:
26-03-2019, Stcrt. 2019, 16260 (uitgifte: 27-03-2019, regelingnummer: WJZ/18116525)
- Inwerkingtreding
01-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-03-2019, Stcrt. 2019, 16260 (uitgifte: 27-03-2019, regelingnummer: WJZ/18116525)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Waterrecht (V)
Energierecht (V)
1.
Een werkprogramma voor het aanleggen, uitbreiden of wijzigen van een boorgat bevat:
- a.
voor boorgaten op zee:
- 1°
de letter- en nummeraanduiding van het blok waarin het boorgat zal worden aangelegd;
- 2°
de aanduiding van het boorgat:
- 3°
de plaats van het aanzetpunt van het boorgat uitgedrukt in geografische coördinaten, berekend volgens het ETRS89 systeem en
- 4°
een opgave van de hoogte van de boortafel of van een ander, nader aan te geven, referentiepunt in meters ten opzichte van zowel de gemiddelde waterstand als de zeebodem;
- b.
voor boorgaten op land:
- 1°
de naam van de gemeente waarin het boorgat zal worden aangelegd;
- 2°
de benaming van het boorgat;
- 3°
de plaats van het aanzetpunt daarvan uitgedrukt in geografische coördinaten, berekend volgens het ETRS89 systeem en
- 4°
een opgave van de hoogte van het maaiveld in meters ten opzichte van N.A.P alsmede de hoogte van de boortafel of in plaats van de boortafel een ander, nader aan te geven referentiepunt in meters ten opzichte van N.A.P.
2.
Voorts bevat het werkprogramma ten minste:
- a.
de precieze locatie waar een boorgat het voorkomen zal binnendringen en de voorgenomen diepte van het boorgat;
- b.
een schematische opgave van:
- 1°
de selectiecriteria waarop de verbuizingsdiepten zijn gekozen, rekening houdend met de maximaal toelaatbare instromingsvolumes bij de verwachte formatiesterkten;
- 2°
de geologische formaties, welke vermoedelijk zullen worden doorboord;
- 3°
de verbuizingsdiepten van nabijgelegen boorgaten met hun gebruikte spoelingsgewichten, temperatuur en formatiesterktetesten vergeleken met die van het aan te leggen boorgat met de gecorreleerde stratigrafische kolom;
- 4°
de in het boorgat te verwachten poriëndrukken en bezwijkdrukken van het gesteente met de beoogde boorspoelingsdrukken, en
- 5°
elke plaats waar:
- —
spoelingverliezen kunnen optreden;
- —
een plastisch gesteente te verwachten is, of
- —
koolwaterstofaccumulatie aanwezig kan zijn;
- c.
het type van de te gebruiken boorinstallatie;
- d.
een beschrijving:
- 1°
de wijze van isolatie van de zoet- en zoutwaterlagen onder opgave van:
- —
de lokale grondwaterhydrologie;
- —
de identificatie van zoet- en zoutwaterlagen;
- —
de beoogde isolatie na het doorboren van de zoet- en zoutwaterlagen;
- —
de wijze van verificatie van de nieuwe isolatie na doorboring;
- 2°
met tekeningen van elke verbuizingsserie met vermelding van de diameter;
- 3°
van de soort materiaal, het gewicht per lengte eenheid, en de diepte waarop het inbouwen van elk serie wordt voorzien, en
- 4°
van de voorgenomen diameter van het boorgat over het boortraject tot elk van de onder 2° bedoelde diepten;
- e.
een opgave van alle voorkomende belastingsituaties van iedere serie van de verbuizing onder correctie van invloeden door corrosie, slijtage en vermoeiing alsmede de ontwerp- en veiligheidsfactoren die worden gebruikt om de verbuizing zeker te stellen bij deze belastingsituaties;
- f.
een schematische opgave van het triaxiale spanningsanalysediagram waarin wordt aangetoond dat de berekende triaxiale spanningen voor alle voorkomende belastingssituaties met de bijbehorende veiligheidsfactoren niet kunnen leiden tot plastische vervorming van iedere serie van de verbuizing;
- g.
een opgave van de aan te brengen cementatie van elke verbuizingsserie met vermelding van de voorgenomen diepte van de top van de annulaire cementkolom;
- h.
een opgave van de beproevingsdruk van elke verbuizingsserie;
- i.
een opgave van de te houden petrofysische metingen;
- j.
een opgave van de toe te passen methodes van formatiesterkte testen;
- k.
een opgave van de te nemen kerntrajecten;
- l.
een opgave van de te gebruiken boorspoeling alsmede een gedetailleerde toelichting op de gemaakte keuze;
- m.
een opgave van de bij het aanleggen, uitbreiden of wijzigen van het boorgat te gebruiken chemicaliën, hun hoeveelheden alsmede een beschrijving van het gebruik van die chemicaliën waaruit blijkt dat wordt voldaan aan:
- 1°
de EG-verordening registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen en de bij of krachtens titel 9.3 van de Wet milieubeheer voor de uitvoering van die verordening gestelde voorschriften;
- 2°
de EG-verordening indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels en de bij of krachtens titel 9.3a van de Wet milieubeheer voor de uitvoering van die verordening gestelde voorschriften en
- 3°
de biocidenverordening en de bij of krachtens de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden voor de uitvoering van die verordening gestelde voorschriften;
- n.
indien een boorgruisreiningingssysteem[lees: boorgruisreinigingssysteem] zal worden gebruikt: een opgave van het systeem dat zal worden gebruikt alsmede van de eventueel daarbij te gebruiken chemicaliën;
- o.
een situatietekening van het voorgenomen verloop van het boorgat en een opgave van de met betrekking tot het verloop van het boorgat toe te passen meettechniek;
- p.
indien het boorgat op zodanige plaats nabij een of meer, al dan niet buiten gebruik gestelde, bestaande boorgaten zal worden aangelegd dat gevaar voor het boorgat of een ander reeds bestaand boorgat niet is uitgesloten: een berekening van de te verwachten minimale afstand alsmede de te verwachten minimale scheidingsfactoren op basis van de gebruikte meetinstrumenten;
- q.
een beschrijving van de ten behoeve van elke verbuizingsserie te gebruiken beveiligingsinstallatie, met vermelding van:
- 1°
het type van elk onderdeel waaruit de installatie bestaat, en
- 2°
de maximale druk die elk onderdeel kan weerstaan en die waarop elk onderdeel wordt getest;
- r.
indien het boorgat wordt getest een beschrijving van:
- 1°
de te volgen werkwijze;
- 2°
de inrichting van het boorgat, en
- 3°
de daarmee samenhangende bovengrondse uitrusting;
- s.
een opgave van de te gebruiken technische hulp- en andere beveiligingsinstallaties en van de tijdstippen waarop deze worden opgesteld, en
- t.
een beschrijving met tekening van de voorgenomen afwerking van het boorgat.