Einde inhoudsopgave
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
Artikel 81 [Verplichte toelating tot vrijwillige verzekering]
Geldend
Geldend vanaf 23-12-2006. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2001
- Redactionele toelichting
Lid 2, onderdeel b, zoals dit artikel op 28-12-2005 luidde, wordt vervangen door: b. die Nederlander is en die is uitgezonden om werkzaamheden te verrichten voor door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister voor Ontwikkelingssamenwerking aan te wijzen organisaties voor ontwikkelingssamenwerking;.
- Bronpublicatie:
30-11-2006, Stb. 2006, 703 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken: 30682)
- Inwerkingtreding
23-12-2006, terugwerkend tot: 01-01-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2006, Stb. 2006, 704 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Verzekeringen
1.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen laat op verzoek tot de vrijwillige verzekering toe, mits hij hier te lande woont:
- a.
de persoon aan wie een arbeidsongeschiktheidsuitkering is toegekend, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van minder dan 45%;
- b.
de persoon wiens arbeidsongeschiktheidsuitkering, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 45%, wegens afneming van de arbeidsongeschiktheid is herzien naar een arbeidsongeschiktheid van minder dan 45%.
2.
Op de persoon die voor 1 januari 2004 arbeidsongeschikt is geworden en op het tijdstip waarop hij arbeidsongeschikt werd verzekerde was op grond van de vrijwillige verzekering, blijft de vrijwillige verzekering op grond van dit hoofdstuk van toepassing:
- a.
gedurende de wachttijd, bedoeld in artikel 19;
- b.
gedurende vier weken na afloop van de wachttijd, bedoeld in artikel 19, indien hij na afloop van die wachttijd minder dan 15% arbeidsongeschikt is, doch binnen die vier weken 15% of meer arbeidsongeschikt is;
- c.
gedurende de periode waarover hij recht heeft op arbeidsongeschiktheidsuitkering.