NJ 1926, p. 269:Notariëele akte van 1922, waarbij partijen verklaren dat een schelding en toebedeeling in 1909 onder een ontbindende voorwaarde was geschied, tengevolge waarvan het bedoeld erf niet aan A. (Akte 1909) maar aan B. was toegescheiden. Registratierecht. Terugvordering van f 298.50 als onverschuldigd betaald overdrachtsrecht. Bewijskracht van authentieke akten tegenover derden. Tegen-brief van art. 1910 B. W. ?