JWB 2001/212
beroepsfout arts, bewijslastverdeling, verzwaarde motiveringsplicht
HR 07-09-2001, ECLI:NL:PHR:2001:ZC3657
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 september 2001
- Zaaknummer
C99/290HR
- LJN
ZC3657
- Vakgebied(en)
Recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:ZC3657, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑09‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:ZC3657, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑09‑2001
- Wetingang
art. 177 Rv
Essentie
beroepsfout arts, bewijslastverdeling, verzwaarde motiveringsplicht
Samenvatting
Casus
Een patiënte stelt vijf jaar na een operatie haar arts aansprakelijk, onder meer wegens een kunstfout bij het toedienen van een ruggenprik. Anders dan de arts meent zij dat geen assisterend personeel aanwezig was om te voorkomen dat haar hoofd – op het moment dat de naald werd ingebracht – met een klap naar voren zou schieten zoals in casu is gebeurd en waardoor zij letstel heeft opgelopen. De arts ontkent dit. Desgevraagd laat de arts weten dat/waarom hij niet kan achterhalen welke assistenten destijds dienst hadden. Het hof beslist dat geen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.