RvdW 2017/343
Cassatie. Berusting, art. 400 Rv; vereiste van tot wederpartij gerichte verklaring in zin art. 3:37 lid 3 BW; geen berusting i.g.v. tot een derde gerichte mededeling geplaatst op nieuwswebsite.
HR 10-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:412
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 maart 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/04091
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:652, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:14, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑01‑2018
ECLI:NL:HR:2017:412, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:6, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑01‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑07‑2016
- Wetingang
Essentie
Cassatie. Berusting, art. 400 Rv; vereiste van tot wederpartij gerichte verklaring in zin art. 3:37 lid 3 BW; geen berusting i.g.v. tot een derde gerichte mededeling geplaatst op nieuwswebsite.
Beroep in cassatie staat niet open voor hem die in de uitspraak heeft berust (art. 400 Rv). Op grond van vaste rechtspraak geldt dat van berusting slechts sprake kan zijn indien de in het ongelijk gestelde partij na de uitspraak jegens de wederpartij heeft verklaard dat zij zich bij de uitspraak neerlegt of jegens de wederpartij een houding heeft aangenomen waaruit dit in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.