Einde inhoudsopgave
Wet op de kansspelen
Artikel 30d [Vergunningsvoorschriften en beperkingen. Tijdsduur. Leges]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2012
- Bronpublicatie:
22-12-2011, Stb. 2012, 11 (uitgifte: 17-01-2012, kamerstukken: 32264)
- Inwerkingtreding
01-04-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-02-2012, Stb. 2012, 83 (uitgifte: 06-03-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bijzondere onderwerpen
Kansspelbelasting (V)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Aan de vergunning kunnen voorschriften en beperkingen verbonden worden, die zo nodig kunnen worden gewijzigd, aangevuld of ingetrokken. Aan de vergunning wordt in ieder geval het voorschrift verbonden dat alleen kansspelautomaten mogen worden opgesteld, welke in eigendom toebehoren aan personen die in het bezit zijn van de in artikel 30h, eerste lid, bedoelde vergunning en dat de vergunninghouder zorgdraagt voor een beleid ter voorkoming van kansspelverslaving. Indien de omstandigheden ter plaatse daartoe aanleiding geven, worden aan de vergunning voorts voorschriften verbonden ten aanzien van de wijze van werving en reclame, gericht tot de speler.
2.
De vergunning wordt voor bepaalde of onbepaalde tijd verleend.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de bij de aanvraag van de vergunning verschuldigde vergoeding voor de kosten verbonden aan de behandeling van de aanvraag en de afgifte van de vergunning, en voor de kosten verbonden aan het toezicht op de naleving door de vergunninghouder van de bij of krachtens deze Titel vastgestelde voorschriften.
4.
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot:
- a.
de eisen ten aanzien van het zedelijk gedrag, waaraan de aanvrager van de vergunning voor een inrichting als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder a en b, en de bedrijfsleiders en beheerders van deze inrichtingen, dienen te voldoen;
- b.
de eis dat de bedrijfsleiders en beheerder van de in artikel 30c, eerste lid, onder a en b, bedoelde inrichtingen dienen te beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot het gebruik van kansspelautomaten en de daaraan verbonden risico's van kansspelverslaving;
- c.
het in het eerste lid gestelde voorschrift over het beleid ter voorkoming van kansspelverslaving.