Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2021
Bijlage C
Geldend
Geldend vanaf 19-10-2021
- Bronpublicatie:
16-09-2021, Stcrt. 2021, 42301 (uitgifte: 01-10-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
19-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2021, Stb. 2021, 478 (uitgifte: 18-10-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. I, onderdeel N, van de Implementatiewet richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen (29-09-2021, Stb. 463).
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
(bijlage als bedoeld in artikel 4)
- 1.
De vereisten in deze bijlage hebben betrekking op alle personen die de premiepensioeninstelling daadwerkelijk besturen en die sleutelfuncties vervullen, en andere personeelscategorieën waarvan de beroepswerkzaamheden wezenlijke gevolgen hebben voor het risicoprofiel van de premiepensioeninstelling.
- 2.
Bij de vaststelling van het beloningsbeleid als bedoeld in artikel 1:117, eerste lid, Wft, neemt een premiepensioeninstelling de volgende beginselen in acht:
- a)
het beloningsbeleid omvat maatregelen die erop gericht zijn belangenconflicten te vermijden (artikel 23, derde lid, onder c, van de IORP II-richtlijn);
- b)
met inachtneming van artikel 1:118 Wft strookt het beloningsbeleid met een deugdelijk en doeltreffend risicobeheer en moedigt niet aan tot het nemen van risico’s die niet te verenigen zijn met het risicoprofiel en het reglement van de premiepensioeninstelling (artikel 23, derde lid, onder d, van de IORP II-richtlijn);
- c)
de premiepensioeninstelling stelt met inachtneming van artikel 1:117 Wft de algemene beginselen van het beloningsbeleid vast, die ten minste elke drie jaar worden geëvalueerd en bijgewerkt, en is verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging ervan (artikel 23, derde lid, onder f, van de IORP II-richtlijn);
- d)
de premiepensioeninstelling draagt met inachtneming van artikel 1:117 Wft, zorg voor een duidelijke, transparante en doeltreffende governance ten aanzien van het beloningsbeleid en het toezicht daarop (artikel 23, derde lid, onder g, van de IORP II-richtlijn).