NJB 2019/270
Herzieningsaanvraag door raadsman, art. 460 lid 2 Sv: volgens deze bepaling kan slechts een raadsman namens de gewezen verdachte een herzieningsaanvraag indienen. Een door de gewezen verdachte opgestelde en door de raadsman ingezonden herzieningsverzoek kan daarom niet worden aangemerkt als een herzieningsaanvraag in de zin van de wet
HR 22-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:77
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 januari 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.J.A. van Dorst en M.T. Boerlage
- Zaaknummer
18/05543
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:77, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑01‑2019
- Wetingang
(art. 460 Sv)
Essentie
Herzieningsaanvraag door raadsman, art. 460 lid 2 Sv: volgens deze bepaling kan slechts een raadsman namens de gewezen verdachte een herzieningsaanvraag indienen. Een door de gewezen verdachte opgestelde en door de raadsman ingezonden herzieningsverzoek kan daarom niet worden aangemerkt als een herzieningsaanvraag in de zin van de wet
Uitspraak
Inleiding:
Het Hof heeft de gewezen verdachte wegens ‘mishandeling’ veroordeeld tot een geldboete van € 150, subsidiair drie dagen hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van een jaar.
Het door de raadsman ingezonden schrijven houdt het volgende in: ‘Bijgaand doe ik aan u toekomen een herzieningsverzoek inzake uw uitspraak bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.