Einde inhoudsopgave
Meetcode elektriciteit
1.2.3.3
Geldend
Geldend vanaf 12-05-2016
- Bronpublicatie:
21-04-2016, Stcrt. 2016, 21420 (uitgifte: 11-05-2016, regelingnummer: ACM/DE/2016/202150)
- Inwerkingtreding
12-05-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-04-2016, Stcrt. 2016, 21420 (uitgifte: 11-05-2016, regelingnummer: ACM/DE/2016/202150)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
Indien de meetinrichting, bedoeld in 2.1.1 sub c tevens gebruikt wordt ten behoeve van de uitvoering van de Regeling kooldioxide-index warmtekrachtkoppeling, kan, in afwijking van 1.2.3.2, voor deze meetinrichting een andere meetverantwoordelijke, hierna te noemen het MEP-meetbedrijf, worden aangewezen dan de meetverantwoordelijke die op grond van 1.2.3.2 als meetverantwoordelijke voor de grootverbruikaansluiting van de desbetreffende aangeslotene in het aansluitingenregister van de netbeheerder staat geregistreerd, onder voorwaarde dat:
- a.
het MEP-meetbedrijf hetzelfde is als het meetbedrijf dat verantwoordelijk is voor de niet-elektrische metingen ten behoeve van de kooldioxideindexbepaling;
- b.
er achter een grootverbruikaansluiting slechts één MEP-meetbedrijf actief is;
- c.
het MEP-meetbedrijf de verantwoordelijkheid op zich neemt voor alle werkzaamheden die op grond van de hoofdstukken 4, 5 en 6 ten aanzien van de in 2.1.1 sub c bedoelde meetinrichting nodig zijn, met dien verstande dat hij de technische gegevens van de desbetreffende meetinrichting alsmede de meetgegevens van de desbetreffende meetinrichting ter beschikking stelt aan de op de desbetreffende grootverbruikaansluiting acterende meetverantwoordelijke in plaats van aan de netbeheerder;
- d.
de meetverantwoordelijke op de desbetreffende aansluiting verantwoordelijk blijft voor de alle werkzaamheden die op grond van de hoofdstukken 4, 5 en 6 ten aanzien van de in 2.1.1 sub b bedoelde meetinrichting nodig zijn, met dien verstande dat hij daarnaast de in het voorgaande lid bedoelde technische gegevens vastlegt in zijn meterregister en de meetgegevens afkomstig van de meetinrichting, bedoeld in 2.1.1 sub c van het MEP-meetbedrijf accepteert en ongewijzigd doorgeeft aan de netbeheerder;
- e.
de meetverantwoordelijke geeft de meetgegevens, bedoeld in artikel 3, lid 1 van de Regeling certificaten warmtekrachtkoppeling door aan de netbeheerder;
- f.
het MEP-meetbedrijf verricht de in artikel 2a, lid 2, onderdeel c van de Regeling certificaten warmtekrachtkoppeling bedoelde verificatie van het meetrapport.