Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart
Artikel 60 Immuniteiten en voorrechten van het personeel
Geldend
Geldend vanaf 04-04-1947
- Bronpublicatie:
07-12-1944, Stb. 1947, H 165 (uitgifte: 04-07-1947, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
04-04-1947
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-1954, Trb. 1954, 18 (uitgifte: 01-01-1954, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Douane (V)
Elke Verdragsluitende Staat verbindt zich, voor zoveel zulks met zijn staatsregeling in overeenstemming te brengen is, aan de voorzitter van de Raad, aan de Secretaris-Generaal en aan het verdere personeel van de Organisatie de immuniteiten en voorrechten toe te staan welke worden toegekend aan overeenkomstig personeel van andere openbare internationale organisaties. Indien een algemene internationale overeenkomst betreffende de immuniteiten en de voorrechten van internationale burgerlijke ambtenaren wordt getroffen, zullen de immuniteiten en de voorrechten, toegekend aan de Voorzitter, de Secretaris-Generaal en aan het verdere personeel van de Organisatie, zijn de immuniteiten en de voorrechten, toegekend op grond van die algemene internationale overeenkomst.