Artikel 5 [Vaststelling, invordering en betaling belastingaanslag]

De belastingaanslag wordt door de Inspecteur vastgesteld. De Inspecteur draagt het aanslagbiljet ter invordering over aan de Ontvanger. Als dagtekening van een belastingaanslag geldt de dagtekening van het aanslagbiljet.

De inspecteur vermeldt op het aanslagbiljet, de voor bezwaar vatbare beschikking of de uitspraak op het bezwaarschrift de mogelijkheid tot het indienen van een bezwaar- respectievelijk beroepsschrift en de termijn waarbinnen dit behoort te gebeuren.

De belastingplichtige betaalt de belastingaanslag binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet, voor zover een belastingverordening niet anders voorschrijft.

In afwijking van het derde lid is een voorlopige aanslag, gedagtekend vóór het einde van het belastingjaar waarop deze betrekking heeft, invorderbaar in zoveel gelijke termijnen, als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven. Op de laatste dag van elk van die maanden vervalt een termijn. Indien de toepassing van de eerste volzin niet leidt tot twee of meer maandelijkse termijnen, vindt het derde lid toepassing.

In afwijking van het derde lid is de naheffingsaanslag invorderbaar een maand na dagtekening van het aanslagbiljet.