Einde inhoudsopgave
Algemene landsverordening Landsbelastingen [Curaçao]
Artikel 5 [Vaststelling, invordering en betaling belastingaanslag]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
15-07-2016, Publicatieblad van Curaçao 2016, 37 (uitgifte: 22-07-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-08-2016, Publicatieblad van Curaçao 2016, 57 (uitgifte: 02-09-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
1.
De vaststelling van een belastingaanslag geschiedt door het ter zake daarvan opmaken van een aanslagbiljet door de Inspecteur. De dagtekening van het aanslagbiljet geldt als dagtekening van de vaststelling van de belastingaanslag. De Inspecteur stelt het aanslagbiljet ter invordering van de daaruit blijkende belastingaanslag aan de Ontvanger ter hand.
2.
De Inspecteur vermeldt op het aanslagbiljet in ieder geval:
- a.
de mogelijkheid tot het indienen van een bezwaarschrift en de termijn waarbinnen dat moet geschieden;
- b.
de termijn of termijnen waarbinnen de verschuldigde belasting moet worden betaald;
- c.
de dagen en uren waarop het ontvangkantoor is geopend.
3.
De belastingplichtige is verplicht de belastingaanslag binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet te betalen voor zover de heffingsverordening niet anders bepaalt.
4.
In afwijking van het tweede lid is een voorlopige aanslag, gedagtekend vóór 1 november van het belastingjaar waarop deze betrekking heeft, invorderbaar in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven. Op de laatste dag van elk van die maanden vervalt een termijn.
5.
In afwijking van het tweede lid is de naheffingsaanslag invorderbaar een maand na dagtekening van het aanslagbiljet.