HR, 24-06-2011, nr. 10/00478

Documentgegevens:

HR 24-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ2312

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 24 juni 2011
Magistraten: Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk
Zaaknummer: 10/00478
Conclusie: A-G mr. J. Spier
LJN: BQ2312
Vakgebied(en): Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Ruimtelijk bestuursrecht / Procedure bestemmingsplan
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Ruimtelijke ordening / Rijksbeleid
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2011:BQ2312, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ2312, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑04‑2011
Wetingang: WRO art. 6, 11 en 37; Luchtvaartwet art. 24, 26 en 27; BW art. 3:310 lid 1

Essentie

Chipshol. In 1994-1995 formuleert de regering in de Planologische Kernbeslissing Schiphol beleid over het instellen van veiligheidszones aan de uiteinden van de Schipholbanen. Op die zones geldt een bouw- en vestigingsverbod. In verband met dat beleid geven Ministers bij zogenaamd A-besluit aanwijzingen en dringt de Staat er bij de provincie en de gemeente op aan de veiligheidszones te hanteren. In 1999 komt naar voren dat de veiligheidsrisico’s geringer zijn dan in de Planologische Kernbeslissing is aangenomen. Voorts komt op grond van bestuursrechtelijke procedures vast te staan dat een beslissing op bezwaar tegen het A-besluit onrechtmatig is. Chipshol heeft een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.