NJ 2014/256
Toewijzing vordering benadeelde partij; rechtstreekse schade.
HR 22-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:959, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 april 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, V. van den Brink
- Zaaknummer
12/04074
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
Red. Aant.
- JCDI
JCDI:ADS161850:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:959, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:311, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑03‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑04‑2013
- Wetingang
Essentie
De klacht dat de verdachte tot geen hogere schadevergoeding aan de benadeelde partij is gehouden dan tot het bedrag dat hij door het bewezenverklaarde misdrijf heeft verworven, miskent dat het hier niet gaat om ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, maar om schadevergoeding aan de benadeelde partij. Er bestond voldoende verband tussen het bewezenverklaarde witwassen van € 9500 en de door de benadeelde partij geleden schade om te kunnen aannemen dat deze door dit handelen rechtstreeks schade heeft geleden, nu verdachte kon beschikken over een geldbedrag van € 30.000 dat op illegale wijze was afgeschreven van de rekening van de benadeelde partij. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.