NJ 2010, 216
Verdachte niet de gelegenheid geboden door OvJ te worden gehoord voorafgaand aan bevel afname DNA-materiaal.
HR 06-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL0651
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 april 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan , C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
08/02123
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BL0651
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL0651, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑04‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL0651, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑01‑2010
- Wetingang
Essentie
Verdachte is niet de gelegenheid geboden om door de OvJ te worden gehoord voorafgaand aan het bevel tot afname van celmateriaal ten behoeve van een DNA-onderzoek. Daardoor kon verdachte niet aanvoeren dat geen sprake was van ernstige bezwaren. Nu het Hof heeft geoordeeld dat ten tijde van het bevel sprake was van ernstige bezwaren, hoeft dit vormverzuim niet te leiden tot bewijsuitsluiting van de resultaten van het DNA-onderzoek.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 22 februari 2008, nummer 22/002815-07, in de strafzaak tegen: K.. adv. mr. R.J. Baumgardt, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.