NJ 1962/273
Geen „verklaring van een getuige", maar deskundigeverklaring.
HR 13-03-1962, ECLI:NL:HR:1962:70, m.nt. Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 maart 1962
- Magistraten
Mrs. Feber, Westerouen van Mee-teren [Rapp.], Kazemier, Loeff, Eijssen
- Zaaknummer
[13031962/NJ_1962-273]
- Conclusie
Mr. s'Jacob
- Noot
Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS139344:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1962:70, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑03‑1962
- Wetingang
(Sv art. 342.)
Essentie
Geen „verklaring van een getuige", maar deskundigeverklaring.
Samenvatting
Naar luid van arr. 342, eerste lid Sv. wordt onder verklaring van een getuige verstaan zijn bij het onderzoek op de t.r.z. gedane mededeling van feiten of omstandigheden, welke hij zelf waargenomen of ondervonden heeft. Als zodanig kunnen niet worden aangemerkt verklaringen van den getuige, waarin deze té kennen geeft, dat een door hem — in samenwerking met een ander — ingesteld onderzoek aan de hand van den getuige verstrekte en door dezen aangetroffen bescheiden tot de berekening hebben geleid, dat de verd. over bepaalde jaren door den getuige specifiek vermelde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.