Einde inhoudsopgave
Wet op de expertisecentra
Artikel 26 Meetellen tijd op school voor b.o. of v.o.; vakantie
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
27-01-2021, Stb. 2021, 57 (uitgifte: 10-02-2021, kamerstukken: 35611)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2021, Stb. 2021, 599 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien een leerling gedurende een deel van de week onderwijs ontvangt op een andere school, een basisschool, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor voortgezet onderwijs of een instelling voor educatie en beroepsonderwijs, telt de tijd gedurende welke de leerling dit onderwijs ontvangt, mee voor het aantal uren onderwijs dat de leerling ten minste moet ontvangen.
2.
Bij ministeriële regeling kunnen ten aanzien van het speciaal onderwijs voorschriften worden vastgesteld omtrent vakanties. Daarbij kunnen begin en eind van vakanties worden vastgesteld die niet voor alle scholen gelijk behoeven te zijn. Bij die ministeriële regeling kan tevens worden bepaald dat zij op bepaalde scholen niet van toepassing is.
3.
Ten aanzien van de uitstroomprofielen, bedoeld in de artikelen 14c en 14f, zijn de voorschriften gegeven bij of krachtens artikel 2.39 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 van overeenkomstige toepassing. Bij algemene maatregel van bestuur onderscheidenlijk bij ministeriële regeling kunnen regels worden vastgesteld in afwijking van de regels die bij algemene maatregel van bestuur respectievelijk bij ministeriële regeling zijn vastgesteld op grond van die bepaling van de Wet voortgezet onderwijs 2020.