BNB 2014/102
Privégebruik auto van de zaak. De in de Wet LB 1964 opgenomen waarderingsregels zijn niet onverbindend
HR 07-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:444
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 maart 2014
- Magistraten
Mrs. Feteris, Schaap, Van Loon, Fierstra, Groeneveld
- Zaaknummer
13/01157
- Conclusie
A-G Niessen
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Bevoegdheid
Loonbelasting / Algemeen
Loonbelasting (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:444, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑03‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1464, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑11‑2013
- Wetingang
Art. 13 lid 2 en art. 13bis Wet LB 1964
Essentie
Privégebruik auto van de zaak. De in de Wet LB 1964 opgenomen waarderingsregels zijn niet onverbindend
Samenvatting
Belanghebbende was in 2008 in loondienst. Hij heeft met een hem ter beschikking gestelde auto 6.000 kilometer afgelegd voor privédoeleinden. Bij de vaststelling van zijn aanslag IB/PVV 2008 is voor het privégebruik van de auto een bijtelling in aanmerking genomen. Het Hof heeft geoordeeld dat dit terecht en tot het juiste bedrag is geschied.
HR: Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat bij de berekening van het voordeel ter zake van het privégebruik van de auto de daartoe gegeven waarderingsregels in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.