HR, 08-11-2011, nr. 11/01664 W
ECLI:NL:HR:2011:BR3049
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
08-11-2011
- Zaaknummer
11/01664 W
- LJN
BR3049
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2011:BR3049, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑11‑2011; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2011:BR3049
- Vindplaatsen
Uitspraak 08‑11‑2011
Inhoudsindicatie
Op de voet van art. 45.2 jo. art. 46 en 47 WOTS is verzet gedaan tegen de door de Roemeense rechter gewezen beslissing waarvan de tenuitvoerlegging is verzocht. De Rechtbank heeft het verzet ongegrond verklaard (de Hoge Raad leest: de veroordeelde in het verzet niet-ontvankelijk verklaard) op de grond dat te dezen geen verzet openstaat aangezien de Roemeense beslissing niet bij verstek is gewezen. Tegen een dergelijke beslissing staat geen beroep in cassatie open. De Hoge Raad verklaart de veroordeelde niet-ontvankelijk in het beroep.
8 november 2011
Strafkamer
nr. 11/01664 W
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank te Middelburg van 22 februari 2011, nummer RK 11/105, op het verzetschrift ex artikel 46 van de wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen van:
[De veroordeelde], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1944, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Zuid-West, locatie De Torentijd" te Middelburg.
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de veroordeelde. Namens deze heeft mr. R. Bom, advocaat te Breda, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Silvis heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep.
1.2. De raadsman heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
2.1. De veroordeelde heeft op de voet van art. 45, tweede lid, in verbinding met de art. 46 en 47, Wots verzet gedaan tegen de door de Roemeense rechter gewezen beslissing waarvan de tenuitvoerlegging is verzocht. De Rechtbank heeft het verzet ongegrond verklaard (de Hoge Raad leest: de veroordeelde in het verzet niet-ontvankelijk verklaard) op de grond dat te dezen geen verzet openstaat aangezien de Roemeense beslissing niet bij verstek is gewezen.
2.2. Noch op grond van art. 32, eerste lid, Wots, dat beroep in cassatie openstelt tegen de uitspraak van de rechtbank betreffende het verzoek tot tenuitvoerlegging, noch op grond van enige andere wetsbepaling staat beroep in cassatie open tegen een beslissing als de onderhavige. De veroordeelde kan daarom in zijn beroep niet worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de veroordeelde niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken op 8 november 2011.