Einde inhoudsopgave
Besluit subjectieve vrijstellingen natuurschoonlichamen, pensioenlichamen, zorglichamen en sociale werkbedrijf-lichamen (artikel 5 Wet op de vennootschapsbelasting 1969)
4.4 Specifieke categorieën zorglichamen
Geldend
Geldend vanaf 14-12-2019. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 25-11-2019
- Bronpublicatie:
25-11-2019, Stcrt. 2019, 66223 (uitgifte: 13-12-2019, regelingnummer: 2019 - 187751)
- Inwerkingtreding
14-12-2019, terugwerkend tot: 25-11-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2019, Stcrt. 2019, 66223 (uitgifte: 13-12-2019, regelingnummer: 2019 - 187751)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Vrijstelling
Dividendbelasting / Heffingswijze
In dit onderdeel wordt voor een aantal specifieke groepen zorglichamen ingegaan op de vraag of en zo ja, wanneer de werkzaamheden van deze lichamen kwalificeren voor de werkzaamhedeneis. Voor al deze lichamen geldt dat zij voor minimaal 90% kwalificerende werkzaamheden in de zin van artikel 5, eerste lid, onderdeel c, Wet Vpb moeten verrichten om te kunnen voldoen aan de werkzaamhedeneis. Houdt een lichaam zich voor meer dan 10% bezig met niet-kwalificerende werkzaamheden, dan wordt niet voldaan aan de werkzaamhedeneis en leidt dat ertoe dat de zorgvrijstelling in het geheel niet van toepassing is. Welke werkzaamheden een lichaam daadwerkelijk verricht, zal op basis van de feiten en omstandigheden moeten worden beoordeeld.
Om te kunnen kwalificeren voor de zorgvrijstelling moeten de lichamen naast de werkzaamheden-eis uiteraard ook steeds voldoen aan de winstbestemmingseis (artikel 4 UB Vpb). Op deze winstbestemmingseis wordt in onderdeel 6 verder ingegaan.
Onbenoemd 4.4.1 Apotheken
Onbenoemd 4.4.2 Thuiszorgorganisaties
Onbenoemd 4.4.3 Verzelfstandigde medische laboratoria en diagnostische centra
Onbenoemd 4.4.4 Arbodiensten en re-integratielichamen
Onbenoemd 4.4.5 Jeugdhulpaanbieders