JOR 2015/34
Curaçaose zaak, one-tier board, coöperatie, ontslag, bestuurder
HR 09-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:38
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 januari 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/04894
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:38, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:1865, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑10‑2013
- Wetingang
Art. 2:18 BWC; art. 2 LBA
Essentie
Curaçaose zaak: geen ontslagvergunning vereist voor ontslag statutair bestuurder coöperatie
Samenvatting
Hato (eiser) is op 13 september 2004 op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst getreden van Algemene Spaar- en Kredietcoöperatie ACU (verweerster, hierna: ACU). Bij brief van 30 oktober 2012 heeft de ACU de arbeidsovereenkomst met Hato per 31 december 2012 opgezegd. Hato stelt dat het ontslag nietig is, nu hij zonder ontslagvergunning en daarmee in strijd met artikel 4 LBA is ontslagen. Het hof heeft geoordeeld dat Hato als uitvoerend bestuurder kan worden aangemerkt zodat geen ontslagvergunning vereist was en het ontslag geldig is.
De Hoge ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.