Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oostenrijk tot vereenvoudiging van het rechtsverkeer, zoals dit is geregeld bij het Haagse Verdrag van 1 maart 1954
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 10-09-1965
- Bronpublicatie:
23-07-1964, Trb. 1964, 140 (uitgifte: 05-10-1964, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-09-1965
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-08-1965, Trb. 1965, 146 (uitgifte: 01-01-1965, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal privaatrecht / Algemeen
Verdrag van 23 juli 1964
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden
en
de Bondspresident van de Republiek Oostenrijk,
De wens koesterende om het rechtsverkeer, zoals dit is geregeld bij het Haagse Verdrag van 1 maart 1954 betreffende de burgerlijke rechtsvordering, tussen de beide Staten te vergemakkelijken,
Hebben besloten te dien einde een verdrag te sluiten, en hebben tot Hun Gevolmachtigden benoemd:
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:
Zijne Excellentie mr. Henri Frederik Eschauzier, Harer Majesteits Buitengewoon en Gevolmachtigd Ambassadeur te Wenen;
De Bondspresident van de Republiek Oostenrijk:
De Heer Dr. Bruno Kreisky, Bondsminister van Buitenlandse Zaken,
De Heer Dr. Christian Broda, Bondsminister van Justitie;
Die, na hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten te hebben uitgewisseld, het volgende zijn overeengekomen:
Verdragpartijgroep