Einde inhoudsopgave
Gerechtsdeurwaarderswet
Artikel 38 [Schorsing]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
17-02-2016, Stb. 2016, 93 (uitgifte: 07-03-2016, kamerstukken: 34047)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-03-2016, Stb. 2016, 132 (uitgifte: 06-04-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Gerechtsdeurwaarder
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
1.
De kamer voor gerechtsdeurwaarders is bevoegd, al dan niet op verzoek van Onze Minister, het bestuur van de KBvG of het Bureau, een gerechtsdeurwaarder tegen wie een ernstig vermoeden is gerezen dat hij een van de in artikel 34, eerste lid, bedoelde handelingen of verzuimen heeft gepleegd, in afwachting van een beslissing hierover te schorsen voor een periode van ten hoogste zes maanden. Zij kan deze periode eenmaal verlengen voor ten hoogste zes maanden of totdat een beslissing tot voordracht tot ontslag onherroepelijk is geworden. De kamer voor gerechtsdeurwaarders kan steeds de schorsing opheffen.
2.
De secretaris van de kamer voor gerechtsdeurwaarders stelt Onze Minister, het bestuur van de KBvG of het Bureau en de betrokken gerechtsdeurwaarder onverwijld in kennis van een schorsing als bedoeld in het eerste lid en van een beslissing tot verlenging dan wel de opheffing daarvan.
3.
Over het voornemen tot schorsing wordt de betrokken gerechtsdeurwaarder gehoord.
4.
Ingeval de kamer voor gerechtsdeurwaarders naar aanleiding van de in artikel 34, eerste lid, bedoelde handelingen of verzuimen beslist tot het opleggen van een schorsing gedurende een bepaalde termijn, kan zij de periode van schorsing ingevolge het eerste lid in mindering brengen op die termijn.
5.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing indien tegen een gerechtsdeurwaarder een strafrechtelijke vervolging ter zake van een misdrijf is ingesteld en het misdrijf mede het uitoefenen van het ambt van gerechtsdeurwaarder raakt.
6.
Binnen dertig dagen na de mededeling, bedoeld in het tweede lid, kan Onze Minister, het bestuur van de KBvG, het Bureau of de betrokken gerechtsdeurwaarder daartegen bij met redenen omkleed beroepschrift beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam. Het beroep schorst de beslissing waartegen het is gericht niet.