Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Gerecht
Artikel 7 Ontheffing van een rechter uit zijn ambt
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Bronpublicatie:
04-03-2015, PbEU 2015, L 105 (uitgifte: 23-04-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-03-2015, PbEU 2015, L 105 (uitgifte: 23-04-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Wanneer het Hof van Justitie, na raadpleging van het Gerecht, krachtens artikel 6 van het Statuut heeft te beslissen of een rechter heeft opgehouden aan de gestelde voorwaarden of aan de uit zijn ambt voortvloeiende verplichtingen te voldoen, biedt de president van het Gerecht de betrokkene de gelegenheid om buiten aanwezigheid van de griffier zijn opmerkingen te maken.
2.
Het advies van het Gerecht is met redenen omkleed.
3.
Het advies waarin wordt vastgesteld dat een rechter heeft opgehouden aan de gestelde voorwaarden of aan de uit zijn ambt voortvloeiende verplichtingen te voldoen, moet worden aangenomen met de stemmen van de meerderheid van de rechters waaruit het Gerecht krachtens artikel 48 van het Statuut bestaat. In dit geval wordt de stemmenverhouding aan het Hof van Justitie meegedeeld.
4.
De stemming is geheim en vindt buiten aanwezigheid van de griffier plaats; de betrokkene neemt niet aan de beraadslaging deel.