Wet onafhankelijke risicobeoordeling Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2006
- Bronpublicatie:
26-04-2006, Stb. 2006, 247 (uitgifte: 23-05-2006, kamerstukken: 29863)
- Inwerkingtreding
01-08-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-04-2006, Stb. 2006, 247 (uitgifte: 23-05-2006, kamerstukken: 29863)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
1.
De vaststelling van risicobeoordelingen alsmede van de naar aanleiding daarvan opgestelde adviezen geschiedt door de directeur van de beoordelingseenheid.
2.
De inspecteur-generaal van de autoriteit draagt zorg voor een onverwijlde en integrale doorzending van de door de directeur vastgestelde risicobeoordelingen alsmede de daaraan verbonden adviezen aan Onze Minister en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
3.
Zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen vier weken na de in het tweede lid bedoelde doorzending worden de in dat lid bedoelde risicobeoordelingen en adviezen door de inspecteur-generaal openbaargemaakt.
4.
Indien risicobeoordelingen en de daarmee verbonden advisering onderdeel uitmaken van een breder advies van de autoriteit, draagt de inspecteur-generaal er zorg voor dat het door de directeur vastgestelde gedeelte integraal en als zodanig herkenbaar in het advies wordt opgenomen.