Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/31/EG betreffende de geologische opslag van kooldioxide en tot wijziging van Richtlijn 85/337/EEG van de Raad, de Richtlijnen 2000/60/EG, 2001/80/EG, 2004/35/EG, 2006/12/EG en 2008/1/EG en Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad
Artikel 11 Wijziging, evaluatie, actualisering en intrekking van opslagvergunningen
Geldend
Geldend vanaf 25-06-2009
- Bronpublicatie:
23-04-2009, PbEU 2009, L 140 (uitgifte: 05-06-2009, regelingnummer: 2009/31/EG)
- Inwerkingtreding
25-06-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-04-2009, PbEU 2009, L 140 (uitgifte: 05-06-2009, regelingnummer: 2009/31/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Milieurecht / Afval
1.
De exploitant informeert de bevoegde autoriteit over alle geplande wijzigingen van de exploitatie van een opslaglocatie, met inbegrip van wijzigingen in verband met de exploitant. Indien nodig actualiseert de bevoegde autoriteit de opslagvergunning of de vergunningsvoorwaarden.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat geen belangrijke wijzigingen ten uitvoer worden gelegd zonder dat een nieuwe of geactualiseerde opslagvergunning wordt verleend overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn. In dergelijke gevallen is bijlage II, punt 13, eerste streepje van Richtlijn 85/337/EEG van toepassing.
3.
De bevoegde autoriteit evalueert en, waar nodig, actualiseert de opslagvergunning, of zij trekt deze in laatste instantie in:
- a)
wanneer zij overeenkomstig artikel 16, lid 1, in kennis is gesteld of op de hoogte is gebracht van lekkages of significante onregelmatigheden;
- b)
wanneer uit de overeenkomstig artikel 14 ingediende verslagen of de overeenkomstig artikel 15 uitgevoerde milieu-inspecties blijkt dat de vergunningsvoorwaarden niet worden nageleefd of dat er risico is op lekkages of significante onregelmatigheden;
- c)
wanneer zij op de hoogte is van andere inbreuken van de exploitant op de vergunningsvoorwaarden;
- d)
indien dit noodzakelijk blijkt op basis van de recentste wetenschappelijke bevindingen en technologische vooruitgang; of
- e)
onverminderd het bepaalde in punten a) tot en met d), vijf jaar na het verlenen van de vergunning en vervolgens om de tien jaar.
4.
Nadat een vergunning is ingetrokken overeenkomstig lid 3 verleent de bevoegde autoriteit een nieuwe opslagvergunning of sluit zij de opslaglocatie af overeenkomstig punt c) van artikel 17, lid 1. Totdat een nieuwe opslagvergunning is verleend, neemt de bevoegde autoriteit, tijdelijk alle wettelijke verplichtingen op zich betreffende de aanvaardingscriteria indien zij besluit de CO2-injecties voort te zetten, de monitoring en de corrigerende maatregelen overeenkomstig de voorschriften van deze richtlijn, het inleveren van rechten in geval van lekkage overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG en preventieve en herstelmaatregelen overeenkomstig artikel 5, lid 1, en artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2004/35/EG. De bevoegde autoriteit verhaalt alle kosten op de vorige exploitant, onder meer door de financiële zekerheid van artikel 19 aan te spreken. Indien de opslaglocatie wordt afgesloten overeenkomstig punt c) van artikel 17, lid 1, is artikel 17, lid 4, van toepassing.