RF 2018/58
Effectenlease. Is in deze zaak, waar Dexia gebruik heeft gemaakt van een tussenpersoon die in strijd met de toezichtwetgeving heeft gehandeld sprake van een zodanig onrechtmatig handelen dat uit billijkheid alle schadeplicht bij de aanbieder ligt? (Appellanten/Defam)
Hof Arnhem-Leeuwarden 12-12-2017, ECLI:NL:GHARL:2017:10970
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
12 december 2017
- Magistraten
Mrs. L.M. Croes, Ch.E. Bethlem, I. Brand
- Zaaknummer
200.161.005
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929180:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financiële dienstverlening / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARL:2017:10970, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 12‑12‑2017
ECLI:NL:GHARL:2016:9114, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 15‑11‑2016
- Wetingang
Art. 6:101 BW; art. 7 Wte 1995; art. 41 NRgte 2002
Essentie
Effectenlease. Schadeverdeling en tussenpersoon.
Is in deze zaak, waar Dexia gebruik heeft gemaakt van een tussenpersoon die in strijd met de toezichtwetgeving heeft gehandeld sprake van een zodanig onrechtmatig handelen dat uit billijkheid alle schadeplicht bij de aanbieder ligt?
Samenvatting
Defam heeft na bemiddeling door Afab met consumenten een effectenlease contract gesloten. In 2004 liep het contract af en hebben consumenten een restschuld voldaan. Nadien hebben consumenten een verklaring voor recht gevorderd dat Afab en Defam jegens hem onrechtmatig hebben gehandeld en/of toerekenbaar zijn tekortgeschoten alsmede hoofdelijke veroordeling van Afab en Defam om alles terug te betalen. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.