NJ 2024/242
Arbeidsrecht. Vergoeding ter grootte loon over opzegtermijn na ontslag op staande voet (art. 7:677 lid 2 en 3 BW); welke opzegtermijn?
HR 07-07-2023, ECLI:NL:HR:2023:1058, m.nt. B. Barentsen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 juli 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock, G.C. Makkink
- Zaaknummer
22/03660
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Noot
B. Barentsen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS979336:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1058, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑07‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:453, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑04‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑10‑2022
- Wetingang
Art. 7:677 BW
Samenvatting
Op grond van art. 7:677 lid 2 BW is de partij die door opzet of schuld aan de andere partij een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen een vergoeding verschuldigd, indien de wederpartij van die bevoegdheid gebruik heeft gemaakt. Als het gaat om een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, bepaalt art. 7:677 lid 3 onder a BW dat de vergoeding gelijk is aan het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.