Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/132/EG houdende bepaling van de werkingssfeer van artikel 143, onder b) en c), van Richtlijn 2006/112/EG met betrekking tot de vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde voor de definitieve invoer van bepaalde goederen
Artikel 81
Geldend
Geldend vanaf 30-11-2009
- Bronpublicatie:
19-10-2009, PbEU 2009, L 292 (uitgifte: 10-11-2009, regelingnummer: 2009/132/EG)
- Inwerkingtreding
30-11-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-10-2009, PbEU 2009, L 292 (uitgifte: 10-11-2009, regelingnummer: 2009/132/EG)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Omzetbelasting / In- en uitvoer
Europees belastingrecht (V)
1.
Vrijstelling wordt verleend voor:
- a)
bescheiden die gratis aan openbare diensten van de lidstaten worden gezonden;
- b)
publicaties van buitenlandse regeringen en publicaties van internationale officiële instellingen die bestemd zijn om gratis te worden verspreid;
- c)
stembiljetten die bestemd zijn voor verkiezingen georganiseerd door buiten de Gemeenschap gevestigde instellingen;
- d)
voorwerpen bestemd om te dienen als bewijs of voor soortgelijke doeleinden voor rechtbanken of andere officiële instanties van de lidstaten;
- e)
specimens van handtekeningen en gedrukte circulaires betreffende handtekeningen die worden verzonden in het kader van de gebruikelijke uitwisseling van inlichtingen tussen openbare diensten of bankinstellingen;
- f)
drukwerk van officiële aard dat aan de Centrale Banken van de lidstaten wordt gezonden;
- g)
rapporten, verslagen, inlichtingenbladen, prospectussen, inschrijvingsformulieren en andere documenten die zijn opgesteld door maatschappijen die niet in de Gemeenschap zijn gevestigd en bestemd zijn voor houders van of inschrijvers op door deze maatschappijen uitgegeven effecten;
- h)
informatiedragers met opname (ponskaarten, geluidsopnamen, microfilms, enz.) die worden gebruikt voor de kosteloze toezending van informatie aan de geadresseerde, voor zover de vrijstelling geen aanleiding geeft tot misbruiken of belangrijke concurrentieverstoringen;
- i)
dossiers, archieven, formulieren en andere bescheiden, bestemd om te worden gebruikt tijdens internationale vergaderingen, conferenties of congressen, alsmede de notulen van dergelijke bijeenkomsten;
- j)
ontwerpen, technische tekeningen, afbeeldingen, beschrijvingen en andere soortgelijke bescheiden die worden ingevoerd met het oog op het verkrijgen of de uitvoering van bestellingen buiten de Gemeenschap of met het oog op het deelnemen aan een in de Gemeenschap georganiseerde prijsvraag;
- k)
bescheiden bestemd om te worden gebruikt bij examens die in de Gemeenschap worden georganiseerd door buiten de Gemeenschap gevestigde instellingen;
- l)
formulieren bestemd om te worden gebruikt als officiële bescheiden voor het internationaal weg- of goederenverkeer, in het kader van internationale overeenkomsten;
- m)
formulieren, etiketten, vervoerbewijzen en soortgelijke bescheiden, die door buiten de Gemeenschap gevestigde vervoerondernemingen of ondernemingen in het hotelwezen worden verzonden naar in de Gemeenschap gevestigde reisbureaus;
- n)
formulieren en vervoerbewijzen, cognossementen, vrachtbrieven en andere handelsbescheiden en administratieve bescheiden, die gebruikt zijn;
- o)
officieel drukwerk, uitgegeven door nationale of internationale autoriteiten, drukwerk conform internationale modellen dat door buiten de Gemeenschap gevestigde organisaties aan overeenkomstige organisaties die in de Gemeenschap zijn gevestigd wordt verzonden om te worden verspreid;
- p)
foto's, diapositieven en kartonnen matrijzen voor foto's, met of zonder onderschrift, gericht aan persagentschappen of aan uitgevers van dagbladen of tijdschriften;
- q)
in bijlage I bedoelde artikelen, ongeacht het gebruik waarvoor zij bestemd zijn, die zijn geproduceerd door de Verenigde Naties of een van haar gespecialiseerde organisaties;
- r)
voorwerpen welke deel uitmaken van verzamelingen en kunstvoorwerpen van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard, die niet voor de verkoop zijn bestemd en die worden ingevoerd door musea, kunstgalerijen en andere instellingen die van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming hebben om deze voorwerpen met vrijstelling in te voeren;
- s)
de invoer van officiële publicaties die het uitdrukkingsmiddel vormen van de overheid van het land of gebied van uitvoer, internationale organisaties en publiekrechtelijke lichamen en instellingen, gevestigd in het land of gebied van uitvoer, alsmede drukwerk dat wordt verspreid ter gelegenheid van de verkiezingen van het Europees Parlement of ter gelegenheid van nationale verkiezingen die worden georganiseerd vanuit het land van oorsprong door als zodanig in de lidstaten officieel erkende buitenlandse politieke organisaties, voor zover over die publicaties en dat drukwerk in het land of gebied van uitvoer belasting is geheven en zij niet bij uitvoer ontlast zijn.
2.
De in lid 1, onder r), bedoelde vrijstelling wordt slechts verleend op voorwaarde dat de betrokken voorwerpen om niet worden ingevoerd, of, indien invoer geschiedt onder bezwarende titel, dat deze voorwerpen niet door een belastingplichtige worden geleverd.