Richtlijn 2006/64/EG tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG teneinde clopyralid, cyprodinil, fosetyl en trinexapac op te nemen als werkzame stoffen
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2007
- Bronpublicatie:
18-07-2006, PbEU 2006, L 206 (uitgifte: 27-07-2006, regelingnummer: 2006/64/EG)
- Inwerkingtreding
01-05-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-07-2006, PbEU 2006, L 206 (uitgifte: 27-07-2006, regelingnummer: 2006/64/EG)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
EU-recht / Marktintegratie
(Voor de EER relevante tekst)
Richtlijn van de Commissie van 18 juli 2006 tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde clopyralid, cyprodinil, fosetyl en trinexapac op te nemen als werkzame stoffen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 6, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Bij Verordening (EG) nr. 451 /2000 (2) en Verordening (EG) nr. 703/2001 (3) van de Commissie zijn de gedetailleerde bepalingen voor de uitvoering van de tweede fase van het in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG vermelde werkprogramma vastgesteld, evenals een lijst van werkzame stoffen die onderzocht moeten worden met het oog op hun eventuele opname in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Clopyralid, cyprodinil, fosetyl en trinexapac zijn in die lijst opgenomen.
- (2)
Voor deze werkzame stoffen zijn de gevolgen voor de menselijke gezondheid en het milieueffect overeenkomstig Verordening (EG) nr. 451/2000 en Verordening (EG) nr. 703/2001 beoordeeld voor een aantal door de kennisgever voorgestelde toepassingen. Bovendien worden in die verordeningen de als rapporteur optredende lidstaten aangewezen die overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 451/2000 de desbetreffende evaluatieverslagen met aanbevelingen bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) moeten indienen. Voor clopyralid was de rapporterende lidstaat Finland en alle relevante informatie werd op 2 december 2003 ingediend. Voor cyprodinil en fosetyl was de rapporterende lidstaat Frankrijk en alle relevante informatie werd respectievelijk op 16 januari 2004 en 20 oktober 2003 ingediend. Voor trinexapac was de rapporterende lidstaat Nederland en alle relevante informatie werd op 7 november 2003 ingediend.
- (3)
De evaluatieverslagen zijn door de lidstaten en de EFSA intercollegiaal getoetst en op 14 december 2005 bij de Commissie ingediend in de vorm van de wetenschappelijke verslagen van de EFSA over clopyralid, cyprodinil, fosetyl en trinexapac (4) Deze verslagen zijn door de lidstaten en de Commissie in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid onderzocht en op 4 april 2006 afgerond in de vorm van de evaluatieverslagen van de Commissie over clopyralid, cyprodinil, fosetyl en trinexapac.
- (4)
Uit de verschillende analyses is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die clopyralid, cyprodinil, fosetyl en trinexapac bevatten, in het algemeen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG gestelde eisen, met name voor de toepassingen die zijn onderzocht en opgenomen in de evaluatieverslagen van de Commissie. Deze werkzame stoffen moeten derhalve in bijlage I worden opgenomen om ervoor te zorgen dat gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stoffen bevatten, in alle lidstaten kunnen worden toegelaten overeenkomstig het bepaalde in die richtlijn.
- (5)
Onverminderd deze conclusie moet nadere informatie over bepaalde specifieke punten inzake clopyralid, cyprodinil en fosetyl worden ingewonnen. Artikel 6, lid 1, van Richtlijn 91/414/EG bepaalt dat aan de opneming van een werkzame stof in bijlage I voorwaarden kunnen worden verbonden. Daarom moet worden geëist dat clopyralid, cyprodinil en fosetyl ter bevestiging van de risicobeoordeling voor sommige kwesties aan verdere tests worden onderworpen en dat de kennisgevers deze studies voorleggen.
- (6)
Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat een werkzame stof in bijlage I wordt opgenomen, zodat de lidstaten en de belanghebbende partijen zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de opneming voortvloeien.
- (7)
Onverminderd de in Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde verplichtingen als gevolg van de opneming van een werkzame stof in bijlage I, moeten de lidstaten na de opneming zes maanden de tijd krijgen om de bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die clopyralid, cyprodinil, fosetyl en trinexapac bevatten, opnieuw te onderzoeken en ervoor te zorgen dat aan de voorwaarden van Richtlijn 91/414/EEG — en met name van artikel 13 en bijlage I — is voldaan. De lidstaten moeten de bestaande toelatingen al naar het geval wijzigen, vervangen of intrekken overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG. In afwijking van de bovenstaande termijn moet een langere termijn worden vastgesteld voor de indiening en beoordeling van het volledige in bijlage III vermelde dossier voor elk gewasbeschermingsmiddel en elke beoogde toepassing overeenkomstig de uniforme beginselen van Richtlijn 91/414/EEG.
- (8)
Bij eerdere opnemingen van in het kader van Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie (5)onderzochte werkzame stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG is gebleken dat de interpretatie van de verplichtingen van houders van bestaande toelatingen wat de toegang tot gegevens betreft tot problemen kan leiden. Om verdere problemen te voorkomen, moeten de verplichtingen van de lidstaten daarom worden verduidelijkt, en met name de plicht om te verifiëren of de houder van een toelating toegang tot een dossier verschaft dat aan de vereisten van bijlage II bij die richtlijn voldoet. Deze verduidelijking legt de lidstaten of de houders van toelatingen echter ten opzichte van de tot nu toe goedgekeurde richtlijnen tot wijziging van bijlage I geen nieuwe verplichtingen op.
- (9)
Richtlijn 91/414/EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
- (10)
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Voetnoten
PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/45/EG van de Commissie (PB L 130 van 18.5.2006, blz. 27).
PB L 55 van 29.2.2000, blz. 25. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1044/2003 (PB L 151 van 19.6.2003, blz. 32).
PB L 98 van 7.4.2001, blz. 6.
EFSA Scientific Report (2005) 50, 1–65, Conclusion regarding the Peer review of the pesticide risk assessment of the active substance clopyralid (afgerond op 14 december 2005).EFSA Scientific Report (2005) 51, 1–78, Conclusion regarding the Peer review of the pesticide risk assessment of the active substance cyprodinil (afgerond op 14 december 2005).EFSA Scientific Report (2005) 54, 1–79, Conclusion regarding the Peer review of the pesticide risk assessment of the active substance fosethyl (afgerond op 14 december 2005).EFSA Scientific Report (2005) 57, 1–70, Conclusion regarding the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance trinexapac (afgerond op 14 december 2005).
PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2266/2000 (PB L 259 van 13.10.2000, blz. 27).